Formatief, summatief én adaptief toetsen

Onze klanten nemen samen jaarlijks miljoenen toetsen af met TestVision. Dat kan zowel formatief als summatief zijn. Ook voortgangstoetsen en écht adaptief toetsen behoren tot de mogelijkheden.

Formatief en summatief toetsen

Toetsen met een formatieve functie

Door onderweg te toetsen houd je een vinger aan de pols tijdens het leertraject. Toetsen met een formatieve functie vertellen je waar de lerende staat. Wat heeft hij geleerd, welke onderwerpen verdienen meer aandacht en ligt hij op koers? Een goede toets met een formatieve functie leidt tot gerichte feedback. Daarmee zien wij het toetsmoment óók als een leermoment; dus toetsen van het leren én leren van het toetsen.

Toetsen met een summatieve functie

Uiteindelijk gaat het bij een leertraject om het eindresultaat: kent de leerling, student of medewerker wat hij móet kennen en kan hij wat hij móet kunnen? De eindmeting van een leertraject geeft je inzicht in de behaalde resultaten. Dat is prettig voor de leerling, student of medewerker, maar zeker ook voor jou. Je weet of het je investering waard was.

Met TestVision écht adaptief toetsen

TestVision is als één van de eerste toetssystemen aantoonbaar in staat om grootschalig computer-adaptief te toetsen.

Geen handmatig ingestelde vraagbomen meer, maar een grote database met gekalibreerde vragen. Op basis van het gegeven antwoord wordt volledig geautomatiseerd de volgende vraag gekozen. Bij elke goed beantwoorde vraag wordt de volgende vraag iets moeilijker.

Zo toetsen onze klanten bij studenten gedurende hun hele studie de voortgang in kennis. Per persoon per toetsmoment is vast te stellen welke kennis inmiddels paraat is en waar nog aandacht aan moet worden besteed. Een grote stap voorwaarts naar echt gepersonaliseerd leren.

Voortgangstoetsen

In TestVision is het mogelijk om een voortgangstoets te ontwikkelen. Bij zo’n toets krijgen alle kandidaten, ongeacht hun kennisniveau, dezelfde vragen. De kandidaten worden eerst ingedeeld in een bepaalde groep (een ‘meetmoment’) op basis van hun kennisniveau. Binnen één groep hebben kandidaten ongeveer hetzelfde niveau.

Het cijfer wordt voor iedereen op dezelfde manier berekend, maar de norm voor een voldoende (cesuur) kan per groep verschillen. Dit betekent dat kandidaten met meer kennis (in een hoger meetmoment) meer vragen goed moeten hebben om een voldoende te halen.